vrijdag 7 november 2014

"Een uiltje knappen": ontdekking van de bosuil



Mensen vinden uilen leuk: er zijn dan ook heel wat spreekwoorden met uilen. Vandaag ga ik me verdiepen in de bosuil, die gespot is in de kloostertuin.

De stoere knaap (Strix aluco) en de Reus

1. De bosuil: de stoere knaap

Boven in de boomholte van de grote statige beuk in de kloostertuin bivakkeert een bosuil. De bosuil is de meest bekend uil. Omwonenden in de wijk Vroenhof horen zijn muzikale roep regelmatig in het voorjaar en in de winter: een beverig hoeoe hoe hoehoe hoeoeoe. Het vrouwtje roept meestal heel schel: kewik kewik. Soms kun je ook snavelgeklapper horen.
Wist je dat de bosuil de grootste is van de vier in ons land voorkomende uilen. De Oehoe is echter groter. Hij heeft een dikke ronde kop en grote zwart-bruine ogen. De bosuilen zijn roestbruin of grijsbruin. Hij leeft ook bijna zijn hele leven in het zelfde bos.

Horen, zien en zwijgen (van toepassing op alle uilen)

Uilen kunnen heel goed horen en goed richting en afstand inschatten. De kop van de uil is speciaal gebouwd om het geluid naar de oren te geleiden. De grote kringen rond de ogen vangen het geluid op en richten het naar de zijkant van de kop, functioneert als het ware als een grote oorschelp. Het ene oor is groter en zit wat hoger dan het andere: zo kunnen ze nog beter de richting bepalen.
De ogen zijn recht naar voren gericht, zijn heel groot en het netvlies is heel gevoelig. Zo kunnen ze s'nachts meer licht vangen. Hij kan zijn ogen niet bewegen in de oogkassen maar hij kan daarentegen zijn kop driekwart ronddraaien. 
Uilen kunnen vliegen zonder geluid te maken: ze hebben en dicht, dik en zacht verenkleed. Deze zachte veren maken bijna geen geluid tijdens het vliegen. Verder zit op de vleugels een donslaagje en op de voorste pen een kam: zo ruist de vleugelveer niet als hij vliegt.
Wat een vernuft!

Voedsel van de bosuil

Bosuilen zijn sterk en eten bijna alles: muizen, vogeltjes, kevers, padden, kikkers, salamanders, vlermuizen, jonge eekhoorns maar ook spechten en duiven.

Broedtijd

In het vroege voorjaar beginnen bosuilen te broeden. Wist je dat jonge uiltjes takkelingen genoemd worden? Ze zijn heel nieuwsgierig en gaan, als ze vier/vijf weken oud zijn op verkenning uit. Ze kruipen dan op de takken en verkennen de boom. Vandaar de naam "takkelingen". het komt wel eens voor dat zo'n jong uiltje uit de boom valt. ze vallen gelukkig vaak op de zachte bosbodem. Ze worden gewoon gevoed door hun ouders en na een tijdje klimmen ze terug de boom in.

2. De Oehoe: De reus

Toch ook nog even een foto van de Oehoe, die bij de Pietersberg en in de ENCI groeve zijn habitat heeft.Tijdens de nacht van de nacht, d.d 25 oktober 2014, hebben wandelaars op de Pietersberg de Oehoe gespot, fantastisch!


Uilenballen of Braakballen 

Leuk  filmpje van Schooltv: http://www.schooltv.nl/no_cache/video/crid/20063108_braakballen01/

Ook de bosuil is dol op muizen, hij/zij slikt ze helemaal in maar kan de botten en haren van de muis niet verteren: deze resten worden tot een balletje gekneed en uitgespuugd. Uilenballen zijn ovaal of rond, grijs tot zwart en je kunt de haren en botten van de muizen goed zien zitten. Het onderzoeken van deze braakballen noem je ook wel braakballen pluizen. Dit leert ons veel over het voedsel van de uil maar ook over welke soorten muizen en spitsmuizen er in de omgeving voorkomen. Dit is dus  een volgende activiteit voor mij: op zoek naar braakballen van de bosuil en pluizen maar! Trouwens voor kinderen is het ook een leuke activiteit.
Ik wist niet dat ook roofvogels, reigers, meeuwen en kraaien ook braakballen maken.
braakballen uil

Uilskuikens

Ik heb laatst een prachtig prentenboek bij de kinderboekenwinkel in Maastricht gekocht als kraamcadeautje. Het is echt de moeite waard: pop-ups van de kleine uiltjes en prachtige tekeningen van het bos. De titel: " Uilskuikentjes".

  












woensdag 5 november 2014

Boomvruchten


De vruchten van de bomen in de kloostertuin vormen een eldorado voor eekhoorns, muizen, vogels en marters. Het verspreiden van deze vruchten/zaden vindt plaats via de wind, via water, via dieren of door de plant zelf (die ze b.v. wegschiet). Zoogdieren kunnen de zaden meenemen in hun vacht of ze eten de zaden op; de zaden kunnen dan ontkiemen in de uitwerpselen.

Kastanjes

Op het tweede grasveld heb ik de laatste tijd veel mensen zien rondstruinen: op zoek naar walnoten en kastanjes. Ik zag ze met zakken vol de kloostertuin verlaten. Met zowel kastanjes als walnoten kun je lekkere gerechten maken: kastanje puree, walnotencake. Vroeger knutselde ik met de kinderen  kastanjes allerlei kastanje figuren. En, natuurlijk de gepofte kastanjes. het poffen van kastanjes kun je in Oost-Europa op straat bekijken en ruiken. De geur, soms stank, doet me aan de herfst denken.



Walnoten

 

Beukennootjes

Hier zijn eekhoorns dol op, trouwens ook op walnoten. Ik heb ze nog niet gespot. Door de eekhoorns vindt de verspreiding van deze zaden/vruchten plaats.

 

Vleugels van de esdoorn oftewel "helikoptertjes".

Deze vleugels zijn ideaal, want zo kan de wind de zaden verspreiden. Kinderen vinden het fantastisch om er helikoptertje mee te spelen.
Esdoorn zaden
Door de zaden te voorzien van een grote vleugel zorgt de esdoorn ervoor dat de zaden ver weg kunnen vliegen en ver van zijn eigen wortels neerkomen om zich te ontwikkelen tot een nieuwe boom.

 Eikels

Hier kun je ook leuke knutselwerkjes mee maken. Eikels worden verspreid door de Gaai.

 

Zomereik met eikels (foto: Saxifraga-Jan van der Straaten)
 

Elzenpropjes

De elzenpropjes kunnen door het water worden verspreid: langs de Jeker staan een paar elzen. Je ziet dan de propjes in het water vallen. Laatst zag ik een fantastisch knutselwerkje, waar de elzenprop als bij fungeerde. Frans vd Braekt had dit gemaakt voor de Jekerdal-scharrelkids.


Knutselwerk van solitaire bij: links





 

dinsdag 4 november 2014

De oude taxus

Oude taxus bij Mariagrot

Bij de Mariagrot, dichtbij de achterkant van de kapel staat een oude, grote verwilderde taxus: 2,50 m hoog. De taxus wordt ook wel venijnboom genoemd. Deze boom maakt de plek donker en creëert hier een geheimzinnige sfeer.
Wist je dat de taxus in veel Europese mythologieën als een heilige boom gezien wordt. Het taxushout is oranjebruin met een prachtige nerf. Je ziet hier de taxus in de schaduw van andere bomen groeien; Hij doet het goed op kalk. Blad en bast zijn giftig. Velen denken dat de vuurrode bessen gevaarlijk zijn. Echter, de bessen zijn eetbaar en zoet maar de zaden erin zijn WEL giftig!!! De giftige stof in het zaad bevat taxine, een alkaloïde. Grazende dieren, zoals paarden, worden soms dood gevonden na het eten van taxus bladeren.
Lijsters maar ook andere vogels zijn dol op de besjes, zij eten de harde zaden op zonder de zaadhuid af te breken (het giftige taxine komt niet vrij) en poepen de harde zaden weer uit.

Taxus als medicijn
De giftige bestanddelen van de Taxus baccata worden al heel lang gebruikt in medicijnen tegen kanker. Wist je dat alleen het snoeisel van de Taxus baccata – variëteit hiervoor geschikt is?
In de jonge naalden
van Taxus baccata zit de stof baccatine, een belangrijk wapen tegen kanker. Het middel wordt toegepast bij o.a. borst- en eierstokkanker.
De stof ‘baccatine’ uit het snoeisel van de Taxus baccata kan na een chemische bewerking omgezet worden in het actief bestanddeel van ‘Taxol’. Medicijnen met deze stof worden nu veel gebruikt voor chemotherapie bij de behandeling van verschillende vormen van kanker.
Omdat taxus een zeer populaire haagplant is, zowel privé als openbaar, worden jaarlijks grote hoeveelheden snoeisel geproduceerd. Wanneer het verse snoeisel zo vlug en zo zuiver mogelijk verwerkt wordt, kunnen grote hoeveelheden grondstoffen voor kankermedicijnen verkregen worden. Om dit te realiseren is het belangrijk dat zoveel mogelijk bezitters en beheerders van taxushagen hiervan op de hoogte zijn en bovendien actief willen meewerken.
Het snoeisel wordt door bedrijf Stolk Medicanal Plants ingezameld en verwerkt voor toepassing in de medicijnen. Tot ongeveer september kan taxussnoeisel ingezameld worden.




Het hout

Het hout is zeer duurzaam, sierlijk en hard en gemakkelijk te bewerken. Het is zeer geschikt voor houtsnijwerk. In de Middeleeuwen werden de beste bogen van taxushout gemaakt. Het sap diende bij de Galliërs als pijlgif.     

woensdag 29 oktober 2014

De boom als biotoop; hoe oud is de boom?

De boom als biotoop

Kijk nog eens goed naar boven, naar de bladerpracht. En als je dan weer naar beneden kijkt. Wat denk je: hoeveel etages heeft het bos hier? In een bos heb je van hoog naar laag de volgende etages: de bomen, de struiken, de strooisel laag en de moslaag.





Vroeger vond men bomen heel belangrijk voor de economische waarde van het hout. Nu vindt men bomen heel waardevol voor de beleving maar zeker ook voor hun ecologische functies: ze dienen als schuilplaats, verblijfplaats of voedselbron voor vogels, planten, dieren. Dus, bomen zijn eigenlijk  kleine biotopen.
Wat is dan hun betekenis voor vogels, planten en dieren?
Vogels: Een voorbeeld: de grote bonte specht heeft haar nest in de lindenboom en ze eet van de bast.
Planten: je ziet hier veel hedera (klimop) op de boomstammen. Ook zie je mossen en korstmossen op de boom. De maretak b.v. (heb ik hier in de kloostertuin niet gezien) is afhankelijk van de voedingsstoffen van de boom (half-parasiet). Ik zie ook veel braamstruiken onder de bomen.
De strooisel laag onder de bomen zorgt voor een specifiek klimaat: vochtige en humusrijke grond.
Dieren: torren eten gangen in de boom, schimmels eten ook van de boom, maar ook zoogdieren, zoals marters, eekhoorns en kleine knaagdieren.

Hoe weet je nu hoe oud de boom is?
Hoe meet je de leeftijd van een boom?
Ik kies b.v. de grote, markante beuk uit.
Dan start ik met het meten van de omtrek van de boom: doe een meetlint om de boom heen. Dit doe je op 1,5 m hoogte. De omtrek van de grote beuk is.......... centimeter.
Deel nu het aantal centimeters door 2,5. Dan heb je de leeftijd van de boom.

Een voorbeeld:
De omtrek van de boom is b.v. 100 cm.
100: 2,5=40
De boom is dan 40 jaar oud

Natuurbeheer
Als bomen zo belangrijk zijn voor het ecosysteem, is het ook van belang dat we ze goed "beheren".
Je kunt spreken van goed beheer, als er
  1. variatie is in leeftijd van bomen en in het bomenbestand
  2. liefst gebiedseigen en inlandse soorten geplant worden, omdat blijkt dat daar de meeste insecten en andere dieren op af komen,
  3. hout blijft liggen waar dat kan
  4. er kluiten van bomen blijven liggen voor aardhommels en ijsvogels.
Als ik deze criteria toets in de kloostertuin, dan is er wel variatie in leeftijd en zijn er verschillende boomsoorten; er zijn gebiedseigen bomen, zoals de beuk, de eik, een enkele berk maar helaas ook uitheemse zoals platanen, enkele notenbomen (een oude en 2 jonge), paardenkastanje en tamme kastanje bomen.


overblijfsel van boom






Op zoek naar paddenstoelen

Paddenstoelen

Wat zijn paddenstoelen eigenlijk?
Het zijn schimmels en levende organismen oftewel Funga. Ze zijn heel belangrijke recyclers in de natuur. Ze breken organisch materiaal af (dit wordt verteerd) en zo komen er voedingsstoffen vrij voor planten. Schimmels komen vooral in bossen voor en gaan de strijd aan met levende bomen: sommige soorten kunnen levend hout binnendringen en het rottingsproces starten.

Wist je dat je 3 groepen kunt onderscheiden:
  1. Saprofyten (leven van dood organisch materiaal)
  2. Parasieten (leven van levend organisch materiaal)
  3. Symbioten (leven samen met planten, die de voedingsstoffen leveren en de schimmel faciliteert de plant bij het opnemen van water en mineralen).
Wat we boven de grond zien van een paddenstoel is het vruchtlichaam van de schimmel.


Om paddenstoelen te determineren moet je in het algemeen letten
op 1) de vorm, afmeting, geur, smaak, groeiplaats, begeleidende planten of bomen.
op 2) de hoed (kleur, vorm, afmeting, structuur van het oppervlak)
op 3) lamellen (vorm, kleur, aanhechting aan steel, weinig/veel, rand),
op 4) steel (kleur, ring, vorm vd ring, breekbaar, vorm vd steel, lengte, oppervlak);
op 5) steelvoet (zakje, vorm, kleur.
op 6) de sporenkleur
 
Onderstaande paddenstoelen heb ik in de kloostertuin gezien:

Op deze plek in de kloostertuin groeiden onderstaande paddenstoelen


Geschubde inktzwam

Nog een!
  
Heksenkring
 




Foto
Parelstuifzwam
















 

Beelden van Cortenstaal


Kunstwerk van Annelies Rademakers uit Banholt: de beelden groep heeft een bruine roestkleur: dit is een metaallegering bestaande uit ijzer waar koper, fosfor, silicium, nikkel en chroom zijn toegevoegd. Annelies Rademakers werkt vanuit haar inspiratie, die zij uit de wereld om haar heen haalt: gebeurtenissen die haar raken. Ze werkt meestal met brons, mar ook met keramiek, steen en kunststof, afhankelijk van het gevoel dat het beeld moet oproepen.
Gevoel staat centraal in haar werk.

 




Ga er eens voor staan en bekijk de beeldengroep eens rustig.
Wat zie je?
Hoe ervaar je dit?
Welk thema of onderwerp zie jij erin?

Ik vind het hier, in deze omgeving heel goed passen: heel natuurlijk.
Zelf zie ik er de cyclus van het leven in.


 
 

Plattegrond Kloostertuin Opveld Veldstraat 20

Plattegrond Kloostertuin Opveld in Heer.
Als je bij Veldstraat 20 staat kun je via de verzorgingsappartementen naar binnen. Je kunt er je fiets stallen. Als je de Veldstraat verder afloopt naar het Oosten, richting Porta Mosana (school voor Voortgezet Onderwijs)  kun je ook de kloostertuin inlopen.

Noordkant:
De kapel met kloostergebouw is oranje gekleurd en ligt tussen het groen en de hoogbouw met verzorgingsappartementen. Een deel van het kloostergebouw ligt aan de Veldstraat waar je aan de andere kant van de straat oranje blokjes ziet: huizen.

Oostkant:
Het andere gebouwencomplex met oranje, geel en een beetje rood is de locatie van de Porta Mosana school.

Zuidkant:
Hier zie je ook weer oranjeblokken, dit zijn de huizen van de wijk Vroenhof.
Westkant:  aan de onderkant zie je net een stukje weg: dit is de Rijksweg naar Gronsveld.
Het groen (de eigenlijke tuin):
Als je het groen goed bekijkt, dan zie je drie witte vlakken ( grasvelden) omringd door paden met meidoorhagen en aan de Westkant en Zuidkant een bospartij met een strooisellaag en dicht struikgewas (struwelen).
In de tuin staat een variatie aan bomen: een paar notenbomen, beuken, eiken, kastanjebomen, esdoorns, essen, een laan met lindenbomen, witte robinia's. Er staan een paar reuzen beuken in de tuin. Eentje staat markant tussen het tweede en derde grasveld in. Hier liggen grote keien onder: het is een ontmoetingsplaats voor de scholieren van Porta Mosana (de school).
Er is ook een heuveltje (aan de Zuidkant tegen Vroenhof aan), waarop de restanten van een Mariagrot staan. Ik vind dit een heel leuk plekje: het vormt als het ware een uitkijktoren op een deel van de tuin. Helaas blijft er steeds minder van de grot over: steeds meer stenen worden er afgehaald en liggen verspreid over het pad en onder de struiken. Een geheimzinnige plek vind je vlakbij de kapel, waar ook een Mariagrot staat. Hier staan  een paar taxusbomen omheen. Het is er donker. Hier zie ik al een paar keer allerlei sprokkelhout liggen en een restant van een hut.
Dit vormt voor mij het bewijs dat deze plek op kinderen ook een enorme aantrekkingskracht heeft.
Als je vanaf hier naar de rand aan de westkant loopt, slenter je door het bosje, dat weer een heel andere sfeer heeft: je voelt je als het ware bedekt door een transparant bladerdak (nog wel). Als de zon er door heen schijnt, vind ik het hemels om hier te struinen.














vrijdag 6 juni 2014

Een droom...

Wat zou het mooi zijn om Opveld als Ontmoetingsplek voor de buurt in te richten!
Een natuurspeelplek voor de jeugd en zitjes voor ouders en senioren.
De speeltuin van de Democratische school is al zo uitdagend en natuurlijk ingericht. Het zou mooi zijn om na je ommetje even lekker na te genieten van de rust van dit parkbos. De reusachtige rode beuk fungeert al als een hangplek voor de middelbare scholieren van Porta Mosana.
Bij Mien Ruys in Dedemsvaart heb ik een paar fantastische ideeën opgedaan. Kijk maar eens:

Een bank van natuurlijk materiaal.
Een bijenhotel






 Een kunstige plant als eye-catcher
Dit appel plukkend meisje is toch ook een aanwinst.... 

Vogelpoep?





Bij de Lindelaan:
Ik zie een rond gat in de lindeboom... met vogelpoep eromheen. beneden op de grond zie ik nog veel meer poepresten op de stam en op de hedera. Welke vogel kan dit zijn?
Een grote bonte specht!



De grote bonte specht is aangepast op een leven in de bomen. De tenen zijn zo geplaatst dat de vogel gemakkelijk verticaal kan klimmen. De staart is stevig en wordt tijdens het klimmen als ondersteuning gebruikt. De stevige, scherpe snavel van de grote bonte specht wordt door de vogel onder andere gebruikt om een nestholte uit te hakken, om voedsel te zoeken en om contact te maken met soortgenoten. Het voedsel wordt voornamelijk gevonden op stammen en takken van bomen, waarbij de snavel gebruikt wordt om insecten en kleine diertjes uit het hout te lokken.

De grote bonte specht lijkt sterk op twee andere in Nederland voorkomende spechten: de middelste bonte specht en de kleine bonte specht. De grote bonte specht komt het meeste voor en onderscheidt zich behalve door het formaat ook door het ontbreken van een geheel rode kruin bij het mannetje. 



Ecologische betekenis van het veel voorkomen van de grote bonte specht
Het gaat goed met bossen in Nederland. Niet alleen is er méér bos dan enkele decennia geleden, de bossen worden ook steeds meer beheerd op een manier waar veel dier- en plantensoorten van profiteren. Natuurlijk bosbeheer wint terrein en dat vindt zijn weerklank in het voorkomen van allerlei vogelsoorten - waaronder de grote bonte specht - die als graadmeters functioneren voor de kwaliteit van de bossen om ons heen. Gaat het slecht, dan reageert de vogelstand daar sterk op, maar wanneer het goed gaat is dit gelukkig ook te zien in de vorm van een opleving van de vogelstand.

En de bodem: hoe ziet die eruit?


Volgens het Cultuurwaarden Deelrapport Archeologie Scharn Heer van A.C. Mientjes, gemeente Maastricht, juli 1991, bestaat de bodem van de kloostertuin Opveld voornamelijk uit radebrikgronden die zich gevormd hebben op de vlakke delen van de lösspakketten. Deze lösspakketten zijn gevormd tijdens het Saalien (tussen 370.000 en 130.000 jaar geleden). Doordat de Maas zich later heeft ingesneden in de riviersedimenten, zijn er terrassen ontstaan. Het terras op deze locatie in Heer wordt het terras van Eisden-Lanklaar genoemd. Op de vlakke delen van deze lösspakketten hebben zich radebrikgronden gevormd.
Radebrikgrond bestaat uit de volgende onderdelen:

Diepte in cm
(onder maaiveld)
Omschrijving
Kleur
Horizont
Code
0-25
siltige leem
donker grijsbruin
bouwvoor
Ap
25-50
siltige leem
bruin
uitspoelingslaag
E
50-90
siltige leem
donkerbruin tot donker geelbruin
inspoelingslaag
(briklaag)
Bt
90-110
siltige leem met minder klei
donkerbruin tot donker geelbruin
overgangslaag
BC
110 >
siltige leem
geelbruin tot licht geelbruin
moedermateriaal
(löss)
C

Tabel : bodemprofiel van radebrikgrond, eenheid Bld6. 
Klopt bovenstaande nu met ijn eigen grondproeven?
Eerder heb ik al vermeld dat de overbodige grond voor de bouw van de moderne verzorgingscomplexen verplaatst is. Deze grond is op de open gemaakte plekken in de kloostertuin neergelegd en dat zijn nu grasvelden geworden. Ik heb grondboringen verricht op de verschillende grasvelden en bij de bosjes
voor-en achterin aan de westkant van de tuin.
1e plek: Grasveld 1

De grasvelden zijn ontstaan op de neergestorte grond. Bij de 1e plek kwam ik door de hardheid niet ver de grond in. De grond is vettig en geel van kleur: donkergeelbruin. Deze grond is afkomstig uit de diepere lagen: siltige leem, moedermateriaal (löss).








2e plek: vlakbij de kastanjebomen


3e plek: In het bosje aan westkant
  4e plek: grasveld : in het bosje verder naar het westen


Op deze plek staan nog verschillende bomen, overblijfselen van het bos: zwarte grond met veel kiezels. Het is mij een raadsel waar de kiezels vandaan komen.







Bosgrond: siltige leem, donker grijsbruin











Bosgrond: siltige leem, donker grijsbruin







5e plek: Grasveld 3
Geelbruin tot lichtbruin
Moedermateriaal Löss (C): deze grond moet afkomstig zijn van meer dan 110 cm diep :siltige leem. Dat klopt omdat dit de afgegraven grond is, die bovenop de bestaande laag gelegd is.

donderdag 5 juni 2014

Woekering: verwaarlozing?



De kloostertuin is aan het verwilderen. Is dit dan verwaarlozing? Ik meen dat de woningstichting St. Servatius de kloostertuin Opveld tot een park wil omvormen. Ik veronderstel dat er waarschijnlijk geen geld beschikbaar is vanwege het  financiële débacle met de studentencampus.
Nu zie ik een overdaad aan hedera, brandnetels en Japanse duizendknoop groeien.
Wat betekent die wildgroei nu eigenlijk?
Overdaad aan Hedera:
Ik heb veel Hedera (klimop) gezien die langs de boomstammen naar boven groeit. In de volksmond wordt dan gezegd dat dit schadelijk is: ik heb hier zelf gezien dat verharde stengels van de hedera zijn afgezaagd om verdere klimopgroei te voorkomen.
Klimop in bomen is een veel kleiner probleem dan vaak wordt gedacht, volgens Thomas Ludwig in www.boomzorg.nl: "Klimop: zegen of vloek".pdf:
In principe heeft de boom er weinig last van, alleen bomen met een kleine kroon kunnen te weinig licht krijgen. Regelmatige verwijdering van klimop is niet nodig, de klimop kan echter wel een goede controle van de boom "in de weg staan".
Voordelen van klimop: 

  • een kosteloze en effectieve luchtreiniger: formaldehyde, koolwaterstoffen en giftige stoffen
  • ecologisch waardevol, omdat deze klimplant leefruimte biedt aan insecten (die van warmte houden), vogels (kwikstaartjes, mussen, winterkoninkjes) en kleine zoogdieren; de blauwzwarte bessen worden gegeten door vogels, zoals de gekraagde roodstaart, de zwartkop, de merel en de lijster.
  • beschermt de boom tegen zonnebrand (vooral beuken profiteren hiervan, vanwege hun dunne schors), verdamping en schade.
  • de geneeskrachtige stof in de bladeren helpt tegen astma en kinkhoest.
  • doordat de plant een van de weinige laatbloeiers is, wordt het stuifmeel gebruikt door zweefvliegen, bijen en wespen in september en oktober.

Weelderige groei van brandnetels:
Hieronder zie je veel brandnetels groeien. Dit is een signaal dat er bemeste/humusrijke grond aanwezig is.Het zijn eiwitrijke/voedzame planten en ze verdedigen zich tegen planteneters met brandharen. Rupsen van de Kleine Vos, de Dagpauwoog en de Atalanta voeden zich met de brandnetel. Vooral de Kleine Vos voedt zich uitsluitend met de brandnetel (waardplant). Het is indrukwekkend om te zien, dat er een hele groep (60 tot 100) rupsen bij elkaar zitten: ze spinnen zich in ter bescherming. Als de rupsen groot genoeg zijn (ze zijn dan al een paar keer uit hun vel gebarsten), verspreiden ze zich en leven dan alleen. De vrouwtjes zetten hun eitjes als pakket alleen af, als er voldoende brandnetel pollen aanwezig zijn. Slim hé!
De grasvelden in de kloostertuin worden gemaaid. Even was ik bang dat de maaier het gras zou laten liggen maar gelukkig zag ik later op de ochtend dat het gras van de eerder gemaaide grasvelden verwijderd was. Zo krijgen andere planten een kans en kan de biodiversiteit vergroot worden.


Verder zag ik de Japanse duizendknoop langs de grasvelden welig bloeien. Dit is een exoot en is niet te bestrijden: ik heb de stevige stengels en bladeren gezien, die overbleven nadat er laatst gemaaid is. Begrazing of regelmatig maaien biedt even uitkomst door inperking, maar de dominante positie wordt heel snel weer ingenomen als er mee gestopt wordt. Onder begrazing kunnen soortenrijke ruderale graslanden ontstaan. Ik zie hier echter geen schapen grazen.

Wist je dat deze plant uit de zelfde familie komt als rabarber, zuring en bruidssluier?
Familie van de Polyganecae. Ze is als sierplant in Europa ingevoerd; er ontstond grootschalige verwildering na 1950 door het dempen van tuinafval. De Japanse Duizendknoop kan veel ecologische èn economische schade aanrichten. Overwoekering van de natuurlijke beplanting, erosie van oevers, maar ook schadelijk zijn voor funderingen, infrastructuur, rioleringen en drainagebuizen. Ik stond versteld dat hun wortelstelsel gemiddeld 3 m diep in de grond zit en dat de plant kan ontkiemen uit kleine stukjes wortelstok. Wij, de mensen, zijn de grootste verspreider door onzorgvuldig maaien en door grondverplaatsing. Het verplaatsen van grond heeft hier in de kloostertuin ook plaatsgehad. De afgegraven grond voor de bouw van de verzorgingscomplexen  Ridderhof en Croonhof, verderop, is hier gedumpt.

Advies is zoveel mogelijk blijven inperken en zorgen dat de populatie niet groter kan worden. Vernietiging is niet mogelijk, aldus Pander&van den Top: "Japanse Duizendknoop: wat moeten we ermee?", juni 2013,
http://issuu.com/hylkepander/docs/20130612_japanse_duizendknoop_defin













Open Kloosterdag op 5 april


Kapelletje in kloostertuin

Vanaf half drie s'middags zijn alle geïnteresseerden welkom in de eetzaal van het klooster. De geschiedenis wordt verteld door zuster Brigitta. Een twintigtal belangstellenden is aanwezig. ieder krijgt een kopje koffie aangeboden. De zusters hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan het onderwijs in de wijk Heer, zowel basis, als speciaal onderwijs. Rond de jaren vijftig werd er ook nog een huishoudschool geopend: door omwonenden "de spinazie academie" genoemd! Later werd er een verzorgingshuis gebouwd. Het klooster was grotendeels zelfvoorzienend en werd omheind door een muur.
De bezoekers worden uitgenodigd om de rest van het gebouw en de monumentale kapel te bezichtigen. Ik ben ook boven geweest: daar hebben de zusters een kamer als bidruimte ingericht. Dit is in de winter behaaglijk en goedkoop, want dan hoeft de grote kapel niet verwarmd te worden. 
De eenvoudige inrichting maakt indruk! Praktisch zijn de zusters ook, want ze kunnen met een lift naar boven!

De kloostertuin "het bos van de zusters" werd door de zusters zelf onderhouden. Naast de akkers was er ook een boerderij met dieren voor de zuivelproductie.
In de tuin werden de overleden zusters begraven. Toen de nieuwe woonwijk tegen de tuin aan de Zuidkant is gebouwd, zijn de overledenen herbegraven op de plaatselijke begraafplaats. De plek is nu nog zichtbaar door het poortje en de buxushaag. Inmiddels is de kloostertuin openbaar toegankelijk, want de drie overgebleven zusters van de voorzienigheid hebben de grond en het kloostergebouw verkocht aan woningstichting St. Servatius. Zij huren nu zelf een deel van het gebouw.
Het kapelletje, gelegen aan de Oostkant van de kloostertuin is door de zusters in 1948 gebouwd uit dankbaarheid dat zij niet getroffen zijn in de 2e wereld oorlog. Kunstenaar Loontjes, een broer van zuster Marie Ludwina heeft het ontworpen. Je kunt de prachtige panelen van mozaïek zien. Het opschrift: "Stella Maris Ora Pro Nobis" betekent Heilige Maria (letterlijk Sterre der Zee) bid voor ons. De bovenrand bestaat uit afbeeldingen die de litanie van Lorette symboliseren.

zaterdag 3 mei 2014

Ontdekking groepje kastanjebomen en rode bultjes


Kastanjebloesem
Op 25 april ontdekte ik op het 2e grasveld  en langs een paadje prachtige kastanjebomen: ze zijn nu in bloei. Dat is een fantastisch gezicht: prachtige bloemenslingers die tussen de paraplu-bladeren tevoorschijn komen. Wauw! 


Kastanje bloesem



Door insecten veroorzaakte gallen op esdoornblad
Wat zijn die rode bultjes? Dit zijn gallen. Een gal is een woekering van een plant, ontstaan door een parasiet, mestal een insect (galwesp, =galmug, vlieg, luis of galmijt) die haar eieren in de plant legt. De gal fungeert als huis en is voedsel voor de larve.  

Op flora-onderzoek in de kloostertuin




Op 5 april ging ik samen met de Florawerkgroep van IVN Maastricht op onderzoek uit naar de vegetatie in de kloostertuin in Heer. Het is hier heerlijk rustig zo s'ochtends vroeg.
We starten bij de ingang aan de Veldstraat 20 en lopen naar het keurig aangeplante parkje achter de kloosterkapel:
Jonge platanen zijn hier geplant: moeilijk om te determineren: ik herken ze uiteindelijk aan de stam, de verspreid staande bladeren en de knoppen met nog bolletjes bovenin.
Na de paardenkastanje met zijn mooie paraplubladeren bewonderd te hebben, lopen we langs het pad verder en zien daar een overblijfsel van een laan met lindebomen: het zijn zomerlindes, op dit tijdstip nog in rode knop. Laag bij de grond zien we het muskuskruid, de gevlekte aronskelk tussen de bosanemonen en de blauwe ereprijs bloemetjes: prachtig.Tussen de dorre stengels verschijnt nagelkruid: dit werd vroeger echt als kruidnagel gebruikt!
De gewone esdoorn is te zien, ook wel robinia genoemd: je kunt hem aan de ruwe stam herkennen. Er staan meer robinia's langs de paden in het park.


Robinia's
Als we linksaf het pad oplopen, zien we verschillende vlierstruiken en een iep met een hazelaar ernaast.
We komen bij de oude rode beuk met de enorme keien eromheen (geliefde hangplek voor de scholieren van Porta Mosana, waar dit park aan de Oostkant aan grenst). Deze beuk is voor mij het monument van het park en een belangrijk ijkpunt, zoals kerktorens dat vaak ook zijn. We zien hier muur staan en kiembladeren van de esdoorn en de beuk tussen de keien. We bewonderen de eeuwenoude, majestueuze stam.
We lopen verder en gaan de weide achter de beuk naar binnen: prachtig zijn de paarse bloemetjes, hondsdraf genoemd. Ridderzuring, bereklauw, pinksterbloemen en de witte dovenetel zijn overvloedig aanwezig. Waauw het is een prachtig gezicht èn het zonnetje komt door.

Witte dovenetel
We lopen naar de grot bovenop een heuveltje, althans de overblijfselen ervan: iedere keer als ik hier kom, zijn er weer stenen afgebroken. Het is -zo te zien aan het afval- een interessante plek voor de jeugd. Je hebt hier, aan de zuidkant, een mooi overzicht op het park. Tussen de stenen groeit robbertskruid en op de helling zie ik veel maagdenpalm. Prachtig is de wilde blauwe hyacint:


Blauwe hyacint

We lopen nu verder het pad af naar het Westen: hier zie je bosvegetatie. Een paar bomen langs het pad zijn helemaal kaal: ik denk dat een bacterie of een kever hier heeft huis gehouden. We horen een gaai  en een bonte specht. We bekijken uitvoerig een dunne struik die op een sering lijkt: ja hoor, we zien er nog een staan.
We lopen nu terug en ik laat het kapelletje nog even zien aan de werkgroep leden: ze vinden het mozaïek ook mooi.
Samen laten we ons verrassen door de enorme witte sluier van bloemen over het opgehoogde grasveld.
Klein hoefblad

Gisteren zag ik een fotograaf hiervan uitgebreid foto's maken. Als we goed kijken, zien we dat de bloemetjes echt wit zijn en niet transparant zoals de paardenbloempluizen: een sluier van klein hoefblad.
Prachtig!

We nemen voldaan afscheid bij de poort.

maandag 10 februari 2014

Bijzondere observaties In de schooltuin op 3 december

In het kloostergebouw is ook een school gevestigd: De Democratische School.






In de tuin, die als speeltuin is ingericht met natuurlijk materiaal, zie ik twee opvallende verschijnselen bij de gigantische stam van de daar neergelegde boom. Een zijtak ziet eruit als de kop van een ree!
Op de boomstam zie ik een verzameling paarse vruchtjes. Een schimmel?






Bezoek aan de Democratische school in het klooster

Verslag interview met begeleidster (Fleur Klos) en docent/oprichtster (Anouk Klos) Democratische school op maandag 10 februari 2014.
Dit verslag is gebaseerd op het gesprek met Fleur Klos en informatie uit de folders van de school en informatie over Democratisch en Sudbury-onderwijs van internet (sudbury.nl).

5en5is11
Democratische school
www.5en5is11.nl


Jullie zijn in de zomer van 2011 gestart met 9 leerlingen tussen de 9 en de 17 jaar. Hoe is het nu?
Nu zijn er 19 leerlingen, van wie er veel 9 à 10 jaar zijn. Als leerlingen 18 jaar zijn, vertrekken ze bij ons. Ze weten dan welke richting ze uit willen.
Twee kenmerken van democratisch onderwijs zijn de gelijkwaardigheid in de besluitvorming en de vrije keuze van de leerlingen welke dagelijkse activiteiten ze willen gaan doen en met wie. Leerlingen leren Engels, Russisch, hebben boks lessen en spelen veel buiten en maken zelf spelmateriaal in de werkplaats. De speeltuin is een avonturenspeeltuin met een echte boomhut. Daarnaast kunnen de leerlingen de hele kloostertuin gebruiken: verstoppertje spelen en heerlijk ravotten.
Nieuwe leerlingen hebben een proeftijd van 6 weken: zo kunnen zij ervaren of zij op deze school kunnen aarden. De begeleiders en de andere leerlingen kunnen ervaren of deze leerling de anderen respecteert: de belangrijkste regel is niet over andermans grenzen heen gaan.

De school als inspirerende omgeving
De leerlingen spelen en werken gewoon door elkaar, net als in een gezin. De woonkamer is de centrale ruimte waar de leerlingen een praatje kunnen maken, kunnen relaxen en zelf eten kunnen maken in de keuken. De ruimtes zijn ingedeeld naar functie, zo is er ook een muziek-, een lees-, een computer- en een timmerruimte. We hebben dieren, een grote keuken en een podium. Er zijn workshops en gastdocenten. En als leerlingen iets anders willen, regelen ze het zelf of zoeken ze hulp. Veel kan, veel mag en veel wordt door de leerlingen zelf geregeld. Een vaardigheid die in hun verdere leven van onschatbare waarde zal zijn.

Democratisch, hoezo?
Ieder mens is gelijkwaardig, we zijn allemaal verbonden met elkaar en iedereen is nodig
als belangrijke schakel in het geheel. Daarom heeft op onze school iedereen (begeleiders, leerlingen van 4 én van 18) een gelijke stem in de besluitvorming en werken we in elk overleg en bij het vaststellen van de schoolregels op sociocratische wijze volgens het
‘consentprincipe’. Waar in de democratie de meerderheid beslist, kan in een sociocratie een besluit pas genomen worden als niemand overwegend bezwaar heeft tegen het
voorstel. Zo komen we samen tot een besluit waar iedereen achter staat.
Dit realiseren we met de schoolkring, de ouderkring en de begeleiderskring.

Wat is het eigen karakter van jullie school?
Kinderen ervaren het leven als een avontuur. De wereld is een plek die ze spelenderwijs
ontdekken. Overal is iets te leren! Op onze school laten we daarom onze leerlingen vrij in hoe, wat en wanneer ze leren. We komen tegemoet aan de natuurlijke drang van alle kinderen om het leven in al zijn facetten te zien, horen, voelen, proeven en ruiken. Zo behouden we de aangeboren leergierigheid van elk kind. Leren verloopt zo op een natuurlijke wijze. Wij vinden het belangrijk dat de leerling zelf keuzes leert maken en verantwoordelijk leert zijn voor het eigen leerproces. Zo leren ze zelf verantwoordelijkheid te nemen over hun eigen leven: ze weten wat ze met hun leven willen en groeien op tot authentieke, zelfbewuste volwassenen, die hun eigen plek in de wereld vinden. De 5 vaste begeleidsters (stafleden) ondersteunen de leerlingen bij dit proces.

Hoe gaan jullie om met kinderen die niets willen en niets leuk vinden?
We stimuleren hen met ideeën, geven tips en wachten af tot zij aangeven dat zij b.v. piano willen leren spelen. We vinden het belangrijk dat zij zelf gemotiveerd zijn om met een activiteit bezig te zijn (intrinsieke motivatie). Het duurt soms een tijdje, maar dan willen ze en gaan ze met volle inzet aan de slag.

Hoe bereidt de school de kinderen voor op het eindexamen?
Als kinderen graag een diploma halen, ondersteunen en helpen we hen daarbij.

Hoe begeleiden jullie de leerlingen?
We hebben een speciaal voor de democratische scholen ontworpen leerlingvolgsysteem, dat we samen met de ouders bijhouden. Van iedere leerling wordt een portfolio bijgehouden, zodat de persoonlijke ontwikkeling gevolgd kan worden. Ouders ondersteunen hun kinderen thuis.

Waar streven jullie naar?
Dat leerlingen groeien in hun zelfvertrouwen en zelfbewustzijn
Dat ze groeien in waardering voor zichzelf en de ander
Dat ze helder kunnen communiceren en goed samenwerken
Dat ze weten hoe ze aan kennis moeten komen die ze nodig hebben
Dat ze rekening kunnen houden met elkaar en dit ook willen
Dat ze op een constructieve en creatieve manier problemen oplossen
Dat ze weten wat ze willen en hoe dat te bereiken

Hoe kijken jullie aan tegen het passend onderwijs dat straks (in het nieuwe schooljaar) wordt ingevoerd?
Als kinderen lichamelijk of psychisch ernstige beperkingen hebben, zullen we de ouders aanraden om naar een andere school te gaan. Wij hebben de expertise hiervoor niet in huis. Kinderen met ADHD en kinderen met autisme kenmerken gedijen hier heel goed.

De boomhut in de speeltuin van de Democratische school