vrijdag 7 november 2014

"Een uiltje knappen": ontdekking van de bosuil



Mensen vinden uilen leuk: er zijn dan ook heel wat spreekwoorden met uilen. Vandaag ga ik me verdiepen in de bosuil, die gespot is in de kloostertuin.

De stoere knaap (Strix aluco) en de Reus

1. De bosuil: de stoere knaap

Boven in de boomholte van de grote statige beuk in de kloostertuin bivakkeert een bosuil. De bosuil is de meest bekend uil. Omwonenden in de wijk Vroenhof horen zijn muzikale roep regelmatig in het voorjaar en in de winter: een beverig hoeoe hoe hoehoe hoeoeoe. Het vrouwtje roept meestal heel schel: kewik kewik. Soms kun je ook snavelgeklapper horen.
Wist je dat de bosuil de grootste is van de vier in ons land voorkomende uilen. De Oehoe is echter groter. Hij heeft een dikke ronde kop en grote zwart-bruine ogen. De bosuilen zijn roestbruin of grijsbruin. Hij leeft ook bijna zijn hele leven in het zelfde bos.

Horen, zien en zwijgen (van toepassing op alle uilen)

Uilen kunnen heel goed horen en goed richting en afstand inschatten. De kop van de uil is speciaal gebouwd om het geluid naar de oren te geleiden. De grote kringen rond de ogen vangen het geluid op en richten het naar de zijkant van de kop, functioneert als het ware als een grote oorschelp. Het ene oor is groter en zit wat hoger dan het andere: zo kunnen ze nog beter de richting bepalen.
De ogen zijn recht naar voren gericht, zijn heel groot en het netvlies is heel gevoelig. Zo kunnen ze s'nachts meer licht vangen. Hij kan zijn ogen niet bewegen in de oogkassen maar hij kan daarentegen zijn kop driekwart ronddraaien. 
Uilen kunnen vliegen zonder geluid te maken: ze hebben en dicht, dik en zacht verenkleed. Deze zachte veren maken bijna geen geluid tijdens het vliegen. Verder zit op de vleugels een donslaagje en op de voorste pen een kam: zo ruist de vleugelveer niet als hij vliegt.
Wat een vernuft!

Voedsel van de bosuil

Bosuilen zijn sterk en eten bijna alles: muizen, vogeltjes, kevers, padden, kikkers, salamanders, vlermuizen, jonge eekhoorns maar ook spechten en duiven.

Broedtijd

In het vroege voorjaar beginnen bosuilen te broeden. Wist je dat jonge uiltjes takkelingen genoemd worden? Ze zijn heel nieuwsgierig en gaan, als ze vier/vijf weken oud zijn op verkenning uit. Ze kruipen dan op de takken en verkennen de boom. Vandaar de naam "takkelingen". het komt wel eens voor dat zo'n jong uiltje uit de boom valt. ze vallen gelukkig vaak op de zachte bosbodem. Ze worden gewoon gevoed door hun ouders en na een tijdje klimmen ze terug de boom in.

2. De Oehoe: De reus

Toch ook nog even een foto van de Oehoe, die bij de Pietersberg en in de ENCI groeve zijn habitat heeft.Tijdens de nacht van de nacht, d.d 25 oktober 2014, hebben wandelaars op de Pietersberg de Oehoe gespot, fantastisch!


Uilenballen of Braakballen 

Leuk  filmpje van Schooltv: http://www.schooltv.nl/no_cache/video/crid/20063108_braakballen01/

Ook de bosuil is dol op muizen, hij/zij slikt ze helemaal in maar kan de botten en haren van de muis niet verteren: deze resten worden tot een balletje gekneed en uitgespuugd. Uilenballen zijn ovaal of rond, grijs tot zwart en je kunt de haren en botten van de muizen goed zien zitten. Het onderzoeken van deze braakballen noem je ook wel braakballen pluizen. Dit leert ons veel over het voedsel van de uil maar ook over welke soorten muizen en spitsmuizen er in de omgeving voorkomen. Dit is dus  een volgende activiteit voor mij: op zoek naar braakballen van de bosuil en pluizen maar! Trouwens voor kinderen is het ook een leuke activiteit.
Ik wist niet dat ook roofvogels, reigers, meeuwen en kraaien ook braakballen maken.
braakballen uil

Uilskuikens

Ik heb laatst een prachtig prentenboek bij de kinderboekenwinkel in Maastricht gekocht als kraamcadeautje. Het is echt de moeite waard: pop-ups van de kleine uiltjes en prachtige tekeningen van het bos. De titel: " Uilskuikentjes".

  












Geen opmerkingen:

Een reactie posten