In 1903 startten de Zusters van de Voorzienigheid met het onderwijs voor meisjes, waar behoefte aan was. De bevolking steunde de komst van de zusters en verwelkomde hen hartelijk. Zuster Brigitta denkt ook dat de zusters ondersteund werden door de mensen uit Heer, gezien de snelle ontwikkeling van onderwijs in een eigen school op het terrein, waar ook een klein boerderijtje werd gebouwd. Ze laat me oude foto's zien, die in de kloostergang hangen. In 1912 startten zij met het eerste bejaardenhuis, speciaal gericht op de armen en behoeftigen uit Maastricht, die verstoten waren en nergens heen konden. In de bloeitijd van de orde woonden er 60 tot 70 zusters. Wijkverpleging was toen ook een taak van de zusters. Tijdens ons gesprek krijg ik ook informatie over de beelden en de grotten in de tuin.
Het kloostergebouw
Ook het kloostergebouw Opveld is van zeer grote cultuurhistorische waarde als specimen van een geestelijke ontwikkeling. Het klooster telt 2 bouwlagen, een souterrain en een zolderverdieping. Het dak is een zadeldak met muldenpannen en bakgoten.
Op deze foto zie je de kloostergang die later tegen de achtergevel van de 18de-eeuwse oostelijke kloostervleugel is aangebouwd. Deze kloostergang zie je vanuit de binnentuin waar de ingang van de kapel ook is.
De kapel uit 1910 is in Neo-Romaanse bouwstijl gebouwd en is van grote cultuurhistorische en architectonische waarde. In architectuurhistorisch opzicht is de kapel zeer zeldzaam, vanwege de bouwstijl, de betrokkenheid van architect Van Kan, de hoge esthetische kwaliteit, het bijzondere materiaalgebruik, de ornamenten en de samenhang tussen de binnen- en de buitenkant..
De entree wordt gevormd door een triomfboog. Als je de boog gepassserd bent, zie je de dubbele houten deur van de hoofdingang. Deze 300kg zware deur met gietijzeren beslag is gemaakt door Richard Bogman. Helemaal boven in de top van de voorgevel zie je een terracottareliëf van Onze Lieve vrouw. De gevels bestaan uit ter plekke gebakken veldoven steen die in gevarieerde verbanden zijn gemetseld. Gele en rode veldovensteen zie je bij de vensters en de deurlijsten. Deze kapel is gebouwd door aannemer G.Heutz volgens een ontwerp van architect Theophile van Kan uit Heerlen. De kloosteroverste Zuster Marie-Léonard en de generale oversten waren opdrachtgever.
Als je de kapel binnengaat overvalt je de serene rust die er heerst. De hoogte van het dak en de glas-in-loodramen zijn opvallend. De ramen hebben prachtige kleuren, gebaseerd op schitterende ontwerpen van Jean van den Rooyen uit Roermond.
In een van rozetten is de stichteres van de zusters in het midden afgebeeld.
Het interieur is opgebouwd uit betonnen zuilen en mergelblokken, afkomstig uit een mergelgroeve uit de directe omgeving. Het altaar, bestaande uit natuursteen en marmer is in 1952 gemaakt door de Tilburgse edelsmid Hamers. De schilderingen boven het altaar zijn van H. Loontjens uit Maastricht, die ze in 1958 maakte. De kapelbanken zijn eigenhandig gemaakt door de Belgische oorlogsvluchtelingen als uiting van dankbaarheid voor de fijne opvang, verzorging en begeleiding door de zusters.