vrijdag 6 juni 2014

Een droom...

Wat zou het mooi zijn om Opveld als Ontmoetingsplek voor de buurt in te richten!
Een natuurspeelplek voor de jeugd en zitjes voor ouders en senioren.
De speeltuin van de Democratische school is al zo uitdagend en natuurlijk ingericht. Het zou mooi zijn om na je ommetje even lekker na te genieten van de rust van dit parkbos. De reusachtige rode beuk fungeert al als een hangplek voor de middelbare scholieren van Porta Mosana.
Bij Mien Ruys in Dedemsvaart heb ik een paar fantastische ideeën opgedaan. Kijk maar eens:

Een bank van natuurlijk materiaal.
Een bijenhotel






 Een kunstige plant als eye-catcher
Dit appel plukkend meisje is toch ook een aanwinst.... 

Vogelpoep?





Bij de Lindelaan:
Ik zie een rond gat in de lindeboom... met vogelpoep eromheen. beneden op de grond zie ik nog veel meer poepresten op de stam en op de hedera. Welke vogel kan dit zijn?
Een grote bonte specht!



De grote bonte specht is aangepast op een leven in de bomen. De tenen zijn zo geplaatst dat de vogel gemakkelijk verticaal kan klimmen. De staart is stevig en wordt tijdens het klimmen als ondersteuning gebruikt. De stevige, scherpe snavel van de grote bonte specht wordt door de vogel onder andere gebruikt om een nestholte uit te hakken, om voedsel te zoeken en om contact te maken met soortgenoten. Het voedsel wordt voornamelijk gevonden op stammen en takken van bomen, waarbij de snavel gebruikt wordt om insecten en kleine diertjes uit het hout te lokken.

De grote bonte specht lijkt sterk op twee andere in Nederland voorkomende spechten: de middelste bonte specht en de kleine bonte specht. De grote bonte specht komt het meeste voor en onderscheidt zich behalve door het formaat ook door het ontbreken van een geheel rode kruin bij het mannetje. 



Ecologische betekenis van het veel voorkomen van de grote bonte specht
Het gaat goed met bossen in Nederland. Niet alleen is er méér bos dan enkele decennia geleden, de bossen worden ook steeds meer beheerd op een manier waar veel dier- en plantensoorten van profiteren. Natuurlijk bosbeheer wint terrein en dat vindt zijn weerklank in het voorkomen van allerlei vogelsoorten - waaronder de grote bonte specht - die als graadmeters functioneren voor de kwaliteit van de bossen om ons heen. Gaat het slecht, dan reageert de vogelstand daar sterk op, maar wanneer het goed gaat is dit gelukkig ook te zien in de vorm van een opleving van de vogelstand.

En de bodem: hoe ziet die eruit?


Volgens het Cultuurwaarden Deelrapport Archeologie Scharn Heer van A.C. Mientjes, gemeente Maastricht, juli 1991, bestaat de bodem van de kloostertuin Opveld voornamelijk uit radebrikgronden die zich gevormd hebben op de vlakke delen van de lösspakketten. Deze lösspakketten zijn gevormd tijdens het Saalien (tussen 370.000 en 130.000 jaar geleden). Doordat de Maas zich later heeft ingesneden in de riviersedimenten, zijn er terrassen ontstaan. Het terras op deze locatie in Heer wordt het terras van Eisden-Lanklaar genoemd. Op de vlakke delen van deze lösspakketten hebben zich radebrikgronden gevormd.
Radebrikgrond bestaat uit de volgende onderdelen:

Diepte in cm
(onder maaiveld)
Omschrijving
Kleur
Horizont
Code
0-25
siltige leem
donker grijsbruin
bouwvoor
Ap
25-50
siltige leem
bruin
uitspoelingslaag
E
50-90
siltige leem
donkerbruin tot donker geelbruin
inspoelingslaag
(briklaag)
Bt
90-110
siltige leem met minder klei
donkerbruin tot donker geelbruin
overgangslaag
BC
110 >
siltige leem
geelbruin tot licht geelbruin
moedermateriaal
(löss)
C

Tabel : bodemprofiel van radebrikgrond, eenheid Bld6. 
Klopt bovenstaande nu met ijn eigen grondproeven?
Eerder heb ik al vermeld dat de overbodige grond voor de bouw van de moderne verzorgingscomplexen verplaatst is. Deze grond is op de open gemaakte plekken in de kloostertuin neergelegd en dat zijn nu grasvelden geworden. Ik heb grondboringen verricht op de verschillende grasvelden en bij de bosjes
voor-en achterin aan de westkant van de tuin.
1e plek: Grasveld 1

De grasvelden zijn ontstaan op de neergestorte grond. Bij de 1e plek kwam ik door de hardheid niet ver de grond in. De grond is vettig en geel van kleur: donkergeelbruin. Deze grond is afkomstig uit de diepere lagen: siltige leem, moedermateriaal (löss).








2e plek: vlakbij de kastanjebomen


3e plek: In het bosje aan westkant
  4e plek: grasveld : in het bosje verder naar het westen


Op deze plek staan nog verschillende bomen, overblijfselen van het bos: zwarte grond met veel kiezels. Het is mij een raadsel waar de kiezels vandaan komen.







Bosgrond: siltige leem, donker grijsbruin











Bosgrond: siltige leem, donker grijsbruin







5e plek: Grasveld 3
Geelbruin tot lichtbruin
Moedermateriaal Löss (C): deze grond moet afkomstig zijn van meer dan 110 cm diep :siltige leem. Dat klopt omdat dit de afgegraven grond is, die bovenop de bestaande laag gelegd is.

donderdag 5 juni 2014

Woekering: verwaarlozing?



De kloostertuin is aan het verwilderen. Is dit dan verwaarlozing? Ik meen dat de woningstichting St. Servatius de kloostertuin Opveld tot een park wil omvormen. Ik veronderstel dat er waarschijnlijk geen geld beschikbaar is vanwege het  financiële débacle met de studentencampus.
Nu zie ik een overdaad aan hedera, brandnetels en Japanse duizendknoop groeien.
Wat betekent die wildgroei nu eigenlijk?
Overdaad aan Hedera:
Ik heb veel Hedera (klimop) gezien die langs de boomstammen naar boven groeit. In de volksmond wordt dan gezegd dat dit schadelijk is: ik heb hier zelf gezien dat verharde stengels van de hedera zijn afgezaagd om verdere klimopgroei te voorkomen.
Klimop in bomen is een veel kleiner probleem dan vaak wordt gedacht, volgens Thomas Ludwig in www.boomzorg.nl: "Klimop: zegen of vloek".pdf:
In principe heeft de boom er weinig last van, alleen bomen met een kleine kroon kunnen te weinig licht krijgen. Regelmatige verwijdering van klimop is niet nodig, de klimop kan echter wel een goede controle van de boom "in de weg staan".
Voordelen van klimop: 

  • een kosteloze en effectieve luchtreiniger: formaldehyde, koolwaterstoffen en giftige stoffen
  • ecologisch waardevol, omdat deze klimplant leefruimte biedt aan insecten (die van warmte houden), vogels (kwikstaartjes, mussen, winterkoninkjes) en kleine zoogdieren; de blauwzwarte bessen worden gegeten door vogels, zoals de gekraagde roodstaart, de zwartkop, de merel en de lijster.
  • beschermt de boom tegen zonnebrand (vooral beuken profiteren hiervan, vanwege hun dunne schors), verdamping en schade.
  • de geneeskrachtige stof in de bladeren helpt tegen astma en kinkhoest.
  • doordat de plant een van de weinige laatbloeiers is, wordt het stuifmeel gebruikt door zweefvliegen, bijen en wespen in september en oktober.

Weelderige groei van brandnetels:
Hieronder zie je veel brandnetels groeien. Dit is een signaal dat er bemeste/humusrijke grond aanwezig is.Het zijn eiwitrijke/voedzame planten en ze verdedigen zich tegen planteneters met brandharen. Rupsen van de Kleine Vos, de Dagpauwoog en de Atalanta voeden zich met de brandnetel. Vooral de Kleine Vos voedt zich uitsluitend met de brandnetel (waardplant). Het is indrukwekkend om te zien, dat er een hele groep (60 tot 100) rupsen bij elkaar zitten: ze spinnen zich in ter bescherming. Als de rupsen groot genoeg zijn (ze zijn dan al een paar keer uit hun vel gebarsten), verspreiden ze zich en leven dan alleen. De vrouwtjes zetten hun eitjes als pakket alleen af, als er voldoende brandnetel pollen aanwezig zijn. Slim hé!
De grasvelden in de kloostertuin worden gemaaid. Even was ik bang dat de maaier het gras zou laten liggen maar gelukkig zag ik later op de ochtend dat het gras van de eerder gemaaide grasvelden verwijderd was. Zo krijgen andere planten een kans en kan de biodiversiteit vergroot worden.


Verder zag ik de Japanse duizendknoop langs de grasvelden welig bloeien. Dit is een exoot en is niet te bestrijden: ik heb de stevige stengels en bladeren gezien, die overbleven nadat er laatst gemaaid is. Begrazing of regelmatig maaien biedt even uitkomst door inperking, maar de dominante positie wordt heel snel weer ingenomen als er mee gestopt wordt. Onder begrazing kunnen soortenrijke ruderale graslanden ontstaan. Ik zie hier echter geen schapen grazen.

Wist je dat deze plant uit de zelfde familie komt als rabarber, zuring en bruidssluier?
Familie van de Polyganecae. Ze is als sierplant in Europa ingevoerd; er ontstond grootschalige verwildering na 1950 door het dempen van tuinafval. De Japanse Duizendknoop kan veel ecologische èn economische schade aanrichten. Overwoekering van de natuurlijke beplanting, erosie van oevers, maar ook schadelijk zijn voor funderingen, infrastructuur, rioleringen en drainagebuizen. Ik stond versteld dat hun wortelstelsel gemiddeld 3 m diep in de grond zit en dat de plant kan ontkiemen uit kleine stukjes wortelstok. Wij, de mensen, zijn de grootste verspreider door onzorgvuldig maaien en door grondverplaatsing. Het verplaatsen van grond heeft hier in de kloostertuin ook plaatsgehad. De afgegraven grond voor de bouw van de verzorgingscomplexen  Ridderhof en Croonhof, verderop, is hier gedumpt.

Advies is zoveel mogelijk blijven inperken en zorgen dat de populatie niet groter kan worden. Vernietiging is niet mogelijk, aldus Pander&van den Top: "Japanse Duizendknoop: wat moeten we ermee?", juni 2013,
http://issuu.com/hylkepander/docs/20130612_japanse_duizendknoop_defin













Open Kloosterdag op 5 april


Kapelletje in kloostertuin

Vanaf half drie s'middags zijn alle geïnteresseerden welkom in de eetzaal van het klooster. De geschiedenis wordt verteld door zuster Brigitta. Een twintigtal belangstellenden is aanwezig. ieder krijgt een kopje koffie aangeboden. De zusters hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan het onderwijs in de wijk Heer, zowel basis, als speciaal onderwijs. Rond de jaren vijftig werd er ook nog een huishoudschool geopend: door omwonenden "de spinazie academie" genoemd! Later werd er een verzorgingshuis gebouwd. Het klooster was grotendeels zelfvoorzienend en werd omheind door een muur.
De bezoekers worden uitgenodigd om de rest van het gebouw en de monumentale kapel te bezichtigen. Ik ben ook boven geweest: daar hebben de zusters een kamer als bidruimte ingericht. Dit is in de winter behaaglijk en goedkoop, want dan hoeft de grote kapel niet verwarmd te worden. 
De eenvoudige inrichting maakt indruk! Praktisch zijn de zusters ook, want ze kunnen met een lift naar boven!

De kloostertuin "het bos van de zusters" werd door de zusters zelf onderhouden. Naast de akkers was er ook een boerderij met dieren voor de zuivelproductie.
In de tuin werden de overleden zusters begraven. Toen de nieuwe woonwijk tegen de tuin aan de Zuidkant is gebouwd, zijn de overledenen herbegraven op de plaatselijke begraafplaats. De plek is nu nog zichtbaar door het poortje en de buxushaag. Inmiddels is de kloostertuin openbaar toegankelijk, want de drie overgebleven zusters van de voorzienigheid hebben de grond en het kloostergebouw verkocht aan woningstichting St. Servatius. Zij huren nu zelf een deel van het gebouw.
Het kapelletje, gelegen aan de Oostkant van de kloostertuin is door de zusters in 1948 gebouwd uit dankbaarheid dat zij niet getroffen zijn in de 2e wereld oorlog. Kunstenaar Loontjes, een broer van zuster Marie Ludwina heeft het ontworpen. Je kunt de prachtige panelen van mozaïek zien. Het opschrift: "Stella Maris Ora Pro Nobis" betekent Heilige Maria (letterlijk Sterre der Zee) bid voor ons. De bovenrand bestaat uit afbeeldingen die de litanie van Lorette symboliseren.